Reactie op het GGZ-manifest van Jim van Os

Enkele dagen geleden publiceerde Jim van Os, initiatiefnemer van De Nieuwe GGZ, een manifest met 5 adviezen voor het verbeteren van de GGZ. Deze werd door een van onze leden in onze facebook groep gedeeld met het verzoek om commentaar. Gezien dit een reactie is op het manifest van Jim van Os is het zinvol om dat als eerste te lezen.

1. Erken de noodzaak voor Public Health. Investeer niet uitsluitend in ziekte, maar investeer ook in een weerbare samenleving

Hoewel het natuurlijk helpt als mensen weerbaarder zijn, is dat alleen zinvol voor mensen die daadwerkelijk deze hulp krijgen om deze weerbaarheid te verbeteren. Mensen die deze hulp niet krijgen blijven even kwetsbaar. Je kunt veel geld en energie te steken in het opsporen van deze kwetsbare mensen die buiten het zicht van de zorgverlening blijven, om hun vervolgens te 'motiveren' deze hulp te accepteren, dan wel hun daartoe te dwingen. Toch lijkt het ons veel efficiënter en humaner om de noodzaak weerbaar te moeten zijn weg te nemen. Daarmee help je iedereen.

Met het willen verbeteren van de weerbaarheid van mensen loop je ook het risico dat je de de verantwoordelijkheid van misbruik van kwetsbaarheden in de schoenen schuift van de mensen die kwetsbaar zijn. Dat gebeurd ook in de zorg, denk bijvoorbeeld aan de hulpverlener die nadruk legt op de eigen verantwoordelijkheid om weerbaar te zijn. Dan ben je het idee van de maakbaarheid juist aan het voeden.

Bij psychische problematiek die voortkomt uit trauma loop je dan ook nog eens aan tegen dat zij vaak al overbelast zijn met de taak om weerbaar te zijn. Voor hen herstel is werken aan een veiligere samenleving is een must. Zodat zij deze last permanent weerbaar te moeten zijn niet meer hoeven te dragen.

2. Erken de noodzaak voor Publieke GGZ. Accepteer het epidemiologische gegeven dat de vraag om psychische hulp in principe oneindig is en creëer publieke vormen van GGZ om veelvoorkomende klachten te kanaliseren

Hiermee worden psychische problemen nog steeds benaderd als individuele psychische ziekte. Dit terwijl psychische problemen vaak een politieke oorzaak heeft. Oftewel dat deze niet zozeer voortkomen uit een chemische disbalans in onze hersenen, maar uit een macht disbalans in onze maatschappij. Zie hierover:

  • Baas in Eigen Brein, de thesis van Gemma Blok dat gaat over de geschiedenis van de anti-psychiatrie.
  • Het advies van de Verenigde Naties Special Rapporteur on the right to health, Dainius Pūras.

Dat neemt niet weg dat peer support groepen ontzettend zinvol zijn, al is mijn ervaring dat deze veel zinvoller zijn wanneer deze groepen samenkomen uit zichzelf, in plaats van onder het gezag van een hulpverlener.

3. Erken de noodzaak voor het ervaringsdeskundige opleidingsmodel

Tof dat Van Os hier Enik als voorbeeld noemt. Ik ben het met Van Os eens dat obsessie van de GGZ voor "evidence-based" practices problematisch is. Die term is bij mij nagenoeg synoniem aan "schadelijk". Meestal wordt met die term behandelmethodes bedoeld die een statistisch significant effect oplevert. Daar zijn een aantal problemen mee:

  • Zo'n statistisch cijfer zegt iets over de groep als geheel, maar niets over een individu. Een individu is namelijk geen random sample van die groep. Wie anders beweert heeft niet alleen zitten slapen bij het vak statistiek, maar maakt zich ook schuldig aan discriminatie.
  • Er is geen meetlat voor gezondheid. We kunnen daardoor niet goed bepalen of het significante effect de gezondheid verbeterd of verslechterd. Of wanneer het doel symptoomreductie is, of deze daadwerkelijk verlichting geeft voor de klachten of deze slechts onzichtbaar maakt voor de omgeving. 
  • Onderzoek is vaak niet in staat om de bijwerkingen van een behandeling goed in kaart te brengen. O.a. omdat de behandeling deze bijwerkingen kunnen onderdrukken of doordat deze pas jaren later zichtbaar worden.

Een goed voorbeeld van schadelijke evidence-based zorg is de gedragswetenschap van B.F. Skinner. Met psychoanalyse (waaronder psychodynamische psychotherapie) en EMDR als enige bij mij bekende uitzonderingen is alle GGZ in Nederland deels of geheel gebaseerd op gedragswetenschap. Echter, behandelmethodes die hierop gebaseerd zijn zijn ook bewezen effectief in het "genezen" (lees onderdrukken) van homoseksualiteit, wat op zijn minst vraagtekens moet oproepen of de gebruikte technieken wel ethisch verantwoord zijn. Zeker gezien PTSS en suïcide gerapporteerd worden als mogelijke bijwerking. Zie daarover ook ons eerdere artikel gedrags-"wetenschap".

Om terug te komen op punt 1, gedragswetenschap wordt uitgebreid gebruikt door bedrijven (zoals werkgevers, reclamebureaus, social-media platformen en webshops) en overheidsorganisaties (zoals de gevangenis, jeugdzorginstellingen, psychiatrische instellingen, UWV). Zij huren dus mensen in die zich beroepsmatig bezighouden met hoe psychische kwetsbaarheden van mensen misbruikt kunnen worden om hun te laten doen wat zij willen.

4. Zorg voor prioritering van zorg naar de mensen met de meeste en de meest complexe zorgbehoeften

In de context van een GGZ waarin gedragswetenschap een dominante stroming is, zijn opmerkingen als "GGZ-behandeling gaat over mensen motiveren, of zelfs verleiden, om een verandering aan te gaan waar ze ambivalent over zijn" op zijn minst zorgwekkend. Liever zien we dat GGZ-behandelingen mensen helpt om de blokkades weg te nemen waar mensen tegen aanlopen en die hun belemmeren in het hebben van een eigen leven. Ieder mens is uniek in diens vaardigheden, beperkingen, ervaringen, identiteit en maatschappelijke positie, en waar deze niet matchen met de samenleving zouden we die mismatch moeten verhelpen. Als we die taak als samenleving op ons nemen, kunnen we dat namelijk aanzienlijk efficiënter dan wanneer we deze verantwoordelijkheid overlaten aan de door deze mismatch toch al overbelaste individu.

5. Erken het belang van integratie van Wmo-zorg en Zvw-zorg om social holding en een sociale economie te realiseren

Hier wordt iemands vermogen om in het arbeidsproces mee te draaien gebruikt als meetlat voor gezondheid. Alsof betaald werk en carrière maken het ultieme doel is in het leven. Dat doet afbreuk aan de in punt 3 benoemde noodzaak voor eigen zingeving. De opvatting dat iemands waarde als persoon gemeten mag worden aan diens productiviteit en "nuttigheid voor de samenleving" (wie bepaald dan wat nuttig is?) is een opvatting die een zeer problematische geschiedenis heeft. In plaats daarvan is een mensenrechtelijke benadering beter, waarbij we ieders leven als intrinsiek waardevol zien. Dat vereist een maatschappij waarin mensen ook welkom zijn als ze geen werknemer of ondernemer zijn, maar een andere rol willen vervullen in de maatschappij.