Brief Verplichte GGZ aan Tweede Kamer

Een brief aangaande de nieuwe wet Verplichte GGZ aan de Tweede Kamerleden...

Geachte Kamerleden,

U stemt 14 februari over de Wet Verplichte GGZ. Het wetsvoorstel moet het mogelijk maken om mensen die psychisch in de knel zitten sneller gedwongen te behandelen, maar wel liefst in de thuisomgeving en alleen als vrijwillige zorg niet mogelijk is. Wij begrijpen dat de dwang ingreep proportioneel moet zijn, alleen mogelijk is onder beperkte voorwaarden, en rekening houdt met de belangen van de patiënt. Dit klinkt redelijk, maar neemt niet weg dat het huidige voorstel de rechtspositie van mensen die psychisch in de knel zitten bedreigt.

Wij zijn bezorgde burgers die wel of niet onder de noemer ‘personen met verward gedrag’ zijn gevallen, en willen u op het volgende wijzen. Deze wet:

 

  • doet een ernstige inbreuk op basale burgerrechten, welke ook gelden tijdens een psychische crisis, en discrimineert daarmee mensen die psychisch in de knel zitten;
  • is in strijd met de recent door Nederland geratificeerde VN-Conventie (CRPD) over de Rechten van Personen met een Handicap;
  • straft indirect armoede en jeugdtrauma;
  • heeft meer negatieve dan positieve gevolgen voor de psychische gezondheid;
  • is te gevoelig voor misbruik door familie en derden.

 

In plaats van ‘personen met verward gedrag’, prefereren wij de aanduiding ‘mensen die psychisch in de knel zitten’, omdat deze meer begrip en respect toont voor deze mensen en hun situatie.

Discriminatie

Een willekeurige burger hoeft niet te bewijzen dat die niet gevaarlijk is. Mits deze burger geen strafbaar feit heeft begaan, hoeft die zich geen zorgen te maken over dat de staat hen oppakt en vasthoudt. Die mag elke staatsautoriteit weigeren om hun eigen huis binnen te treden. Dit recht op vrijheid, veiligheid en eerbiediging van privéleven is vastgelegd in EVRM artikel 5 en 8. Mensen die psychisch in de knel zitten, hebben deze zekerheid niet. Autoriteiten kunnen hun huis binnentreden, doorzoeken (zie Artikel 3:2 lid f) en hen vasthouden zonder strafrechtelijke verdenking. Deze inperking van mensenrechten is alleen verantwoord als psychiatrische patiënten ook daadwerkelijk een groter gevaar vormen dan andere mensen voor de publieke veiligheid. Hiervoor bestaat echter geen bewijs.[1]

De gezondheid van deze mensen die psychisch in de knel zitten wordt ondergeschikt gesteld aan de publieke veiligheid. Zoals blijkt uit de grotere rol die toegewezen wordt aan de Officier van Justitie en de afwezigheid van vergelijkbare wetgeving voor somatische zorg. Het herhaaldelijk noemen van ‘Bart van U.’ en ‘Tristan’ in enkele voor deze wet relevante beleidsrapporten illustreert sterk het onderbuikgevoel en onbegrip van waaruit deze ingrepen plaatsvinden.

Onder ‘verplichte zorg’ valt verbazingwekkend genoeg ook het doorzoeken van de woning naar gedragsbeïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen (Artikel 3:2 lid f). Deze wet maakt het dus mogelijk om op basis van onbegrepen (verward) gedrag en zonder huiszoekingsbevel over te gaan tot strafrechtelijk onderzoek. Wat rechtvaardigt deze uitzondering die het preventief opsporen van ‘rotte appels’ mogelijk maakt bij mensen die psychisch in de knel zitten? Dit terwijl andere mensen met rust gelaten worden totdat het misdrijf al gepleegd is. Wij vinden dat EVRM artikel 14, het verbod van discriminatie, ook geldt voor psychische gezondheid. Daarom pleiten we ervoor dat mensen die psychisch in de knel zitten net zo behandeld worden als andere burgers.

In strijd met VN Conventie voor de Rechten van Personen met een Handicap

In 2016 heeft de Nederlandse overheid de VN Conventie voor de Rechten van Personen met een Handicap, waaronder psychiatrisch patiënten, geratificeerd. Zij zien gedwongen behandeling als mensonwaardig en pleiten voor algehele afschaffing.[2] Gedwongen opname en behandeling is in strijd met het gelijkheidsbeginsel (Artikel 5) en het recht op persoonlijke vrijheid (Artikel 14) van deze Conventie.

Straft indirect armoede en jeugdtrauma

Sociale factoren en trauma hebben een grote invloed op de psychische gezondheid. Zo stijgen de zelfmoordcijfers na harde bezuinigingen, privatisering en na een economische crisis.[3,4] Aanhoudende baanonzekerheid en werkloosheid maken depressief.[5] Basisvoorzieningen zoals huurwoningen worden steeds duurder in verhouding tot lage inkomens. Bovendien is intolerantie jegens mensen die ‘anders’ zijn nog steeds hoog, met negatieve consequenties op de psychische gezondheid.[6] Onderzoekers stellen daarom ook dat beleid op het gebied van sociale zekerheid, werkgelegenheid en huisvesting ook ‘GGZ beleid’ is.[7] Alleen al door in betere voorzieningen te investeren, zullen minder mensen psychisch in de knel raken. Door hun psychische protest tegen de bezuinigingen met dwang en medicatie te beantwoorden, geeft de Wet verplichte GGZ een autoritair en anti-democratisch signaal af. Armoede en jeugdtrauma worden indirect bestraft.

Inbreuk op basale burgerrechten

Het recht op vrijwaring van arbitraire detentie

Psychiaters geven aan dat het vaststellen van gevaar altijd een onzekere voorspelling inhoudt en dat exacte vaststelling onmogelijk is. De psychiatrische vaststelling van gevaar hangt af van de willekeurige theoretische voorkeur en onbewuste vooroordelen van de psychiater en op statistische correlaties in de bevolking.[1] Dat laatste houdt in dat personen die kenmerken dragen die binnen de bevolking geassocieerd worden met geweld (of suïcide), sneller als gevaarlijk worden beoordeeld. Het bestaan van een correlatie in de bevolking betekent nog niet dat het kenmerk zorgt voor geweld bij een concreet individu. Met het wetsvoorstel kunnen mensen sneller gedwongen worden opgenomen op basis van een moeilijk objectiveerbaar gevaarscriterium. Er is derhalve een groot risico op arbitraire en ook discriminerende detentie, in strijd met EVRM Artikel 5 en 7.

Het recht op lichamelijke integriteit

Het wetsvoorstel maakt gedwongen medicatie mogelijk, waarmee het inbreuk maakt op de lichamelijke integriteit en is aldus in strijd met EVRM Artikel 3 en 5 en Artikel 11 in de Grondwet. Personen moeten zelf kunnen bepalen wat er met hun lichaam gebeurt, tenzij consent onmogelijk is, zoals in een noodsituatie. Hoewel het wetsvoorstel probeert rekening te houden met deze voorwaarden, zijn wij bezorgd dat daar in de praktijk weinig van komt. De waarborgen die het wetsvoorstel hiervoor biedt zijn vaag. Bovendien biedt de gewone medische zorgpraktijk ook al mogelijkheden voor niet-consent gebaseerde zorg in levensbedreigend situaties; zoals een patiënt die buiten bewustzijn is en daarom beademing krijgt. In de psychiatrie bestaat het risico, ook onder dit wetsvoorstel, dat door personeelstekort te weinig serieuze alternatieven voor dwang voorhanden zijn (zoals in een rustige ruimte even praten). Door onbegrip, angst, vooroordeel en werkdruk, wordt al snel aangenomen dat een psychiatrisch patiënt niet in staat is om zelf te oordelen over een situatie (vergelijkbaar met de buiten bewustzijn verkerende somatische patiënt). Het wetsvoorstel verandert niets aan deze averse sociale condities.

Het recht op zelfbeschikking

De Wet verplichte GGZ rechtvaardigt dwang wanneer patiënten niet bekwaam zijn tot een redelijk oordeel. De relevantie van de wil van de patiënt wordt ontkend en diens autonomie volledige ontnomen. Zodoende maakt het inbreuk op het recht op persoonlijke integriteit.

Het is bovendien gevaarlijk om burgerrechten af te laten hangen van een door autoriteiten gedefinieerde definitie van ‘een redelijk oordeel’. Die fout is ook tijdens het imperialisme gemaakt. Deze definitie van ‘redelijkheid’ zal altijd de dominante normen weerspiegelen en het is de vraag of zulke ongeschreven normen zo’n sterke invloed mogen uitoefenen op de vrijheid van personen. Een kernwaarde van onze vrije samenleving is juist dat mensen zelf mogen bepalen hoe zij willen leven, hoe bizar die wensen ook zijn, zolang het geen strafbare handelingen betreft. Het hebben van een ‘abnormale identiteit’ of rare voorkeuren of levensstijl moet niet gereduceerd worden tot ‘verward gedrag’: als de persoon zelf niet lijdt en derhalve geen zorg wil, is dat hun goed recht. Dit hebben we bij transgenders al begrepen. Het is een kleine stap om dit begrip te verbreden naar alle mensen die als afwijkend worden gezien.

Negatieve gevolgen voor psychische gezondheid en veiligheid

 

Meer dwang in de zorg zou mensen die psychisch in de knel zitten moeten helpen om de zo noodzakelijk geachte zorg te ontvangen. Toch wijst groeiend bewijs op de contraproductieve effecten van gedwongen opname en gedwongen zorg. Grootschalig onderzoek wijst erop dat (de dreiging van) dwangopname juist suïcidaliteit in de hand kan werken, zelfs daar waar mensen initieel niet suïcidaal waren.[8] Het is erg ingrijpend om te ervaren dat je wil er niet toe doet in de onderhandeling over jouw lot. Dit verlies van identiteit en controle wordt soms ervaren als erger dan sterven, waardoor (de dreiging van) dwangopname dus zorgt voor suïcidale gedachten.

 

Ook betwisten wij de aanname dat dwangmedicatie thuis minder ingrijpend zou zijn. Thuis zou een veilige plek moeten zijn (en is soms de enige), maar wordt door dwangmedicatie geassocieerd met intrusie.

Naast suïcidaliteit kan ook agressiviteit uitgelokt worden door (angst voor) vrijheidsbeneming, paternalistisch toespreken en dwang, ook onder mensen die normaal niet gewelddadig zijn. Niet iemands gevaarlijkheid wordt dan gemeten, maar hun reactie op dwang en autoriteit. Dit gedrag zou dus niet meegenomen mogen worden in besluiten over verdere dwang.

Gevoelig voor misbruik door familie en derden

De grotere rol die de familie krijgt (zonder noodzakelijke toestemming van de patiënt) kan de positie van kinderen uit disfunctionele gezinnen schaden. Ouders krijgen zo extra middelen om hun kind bang te maken of te straffen. Bijvoorbeeld voor het willen uiten van hun seksuele oriëntatie of genderidentiteit. Volgens het Wetsvoorstel kan iedereen een verzoek voor dwangzorg indienen over een persoon (Artikel 5:2 lid 1). Hierdoor kan de wet misbruikt worden tegen mensen die gepest worden vanwege hun ‘anders’ zijn.

Mensen die psychisch in de knel zitten, kunnen gaan anticiperen op dwangopname en gedwongen huisbezoeken, wat een constante stressor introduceert in hun toch al zware leven. Het beheersbaar houden van deze stress wordt door anderen al snel opgevat als ‘verward gedrag’, waarmee dit een zelfvervullende voorspelling wordt. Ervaring met dwang kan ook erna nog lang doorwerken als een traumatische en stigmatiserende ervaring.

Enige verzachtende hervormingen op verplichte psychiatrische zorg zullen hoogstens cosmetische veranderingen zijn op een systeem dat geheel moet veranderen. Graag zien we een ander wetsvoorstel verschijnen dat verplichte ggz opheft en de toegankelijkheid van reguliere ggz verruimt. Alleen zo zijn de rechten van psychiatrische patiënten daadwerkelijk gewaarborgd en worden disproportionele ingrepen op individuele levens voorkómen. Wij geloven dat er in alle gevallen een vrijwillig alternatief is en vinden dat mensen het recht hebben om ‘anders’ te zijn.

Wij hopen dat u deze overwegingen in acht neemt bij het stemmen vandaag.

Met vriendelijke groeten,

Mad Pride Nederland

Ondersteund door Stichting Perceval, Doortje Kal (project Kwartiermaken en emeritus bijzonder lector Hogeschool Utrecht) en Christina Taft (Everyday Psych Victims Project)

www.madpride.nl

http://www.stichtingperceval.nl

www.kwartiermaken.nl

Bronnen

[1] Royal College of Psychiatrists (2008). Rethinking risk to others in mental health services. College Report CR150. London: Royal College of Psychiatrists.

[2] “Dignity must prevail” – An appeal to do away with non-consensual psychiatric treatment, OHCHR.

[3] Kentikelenis, A., Karanikolos, M., Reeves, A., McKee, M. & Stuckler, D. (2014). Greece’s Health Crisis: From Austerity to Denialism. Lancet, 383, 748-753.

[4] Vrije Universiteit afdeling Klinische Psychologie, Advies inzake streefcijfer suïcide.

[5] Burchell, B. (2011). A Temporal Comparison of the Effects of Unemployment and Job Insecurity on Wellbeing, Sociological Research Online, 9: 1-20.

[6] Hatzenbuehler, M.L, Phelan, J. C. & Link, B. G. (2013). Stigma as a Fundamental Cause of Population Health Inequalities. Am J Public Health, 103(5), 813-821.

[7] Professor David Stuckler, How Austerity Kills, The New York Times.

[8] Susan Stefan (2016). Rational Suicide, Irrational Laws: Examining Current Approaches to Suicide in Policy and Lawby, New York, Oxford University Press.

Labels